Welkom bij de Jubileumsite van Scouting Oost 1
Het laatste nieuws
Kampvuurverhalen
Onze Oud-leden
Wie zijn dit
Moet je horen
Fotoalbum
Wist je dat ...
Contact
Aanmelden kan niet meer
Valid HTML 4.01 Transitional
Kampvuurverhaal Kampvuurverhaal
   

Periode 1945 - 1946
(Dik Heuwekemeijer)

Reageer op dit kampvuurverhaal

Heel lang geleden (1945) werd ik lid van de "Zalige Mbaga" groep, dat een clubhuis met omliggend terrein had aan de Oosterringdijk, vlak achter een volkstuincomplex, waar de vader van Piet Damman (een klasgenoot op de Lidwinaschool) een volkstuin had. Over de atoomcentrale, die later ons terrein zou overwoekeren, zal ik het maar niet hebben. Wel over ons heerlijke speelterrein met daarop een grote barak, die aan de linkerzijde was ingericht voor de welpen, het middengedeelte voor de staf en rechts voor de verkenners. Iedere troep was verdeeld in vier groepen. Ik was de groepsleider van de z.g. houtduiven. De heer Kunst was onze hopman en de heer de Lange de vaandrig. Uiteraard ben ik veel namen vergeten, maar de heer Cas Smiers was een begrip in die dagen. Helaas verdween hij uit het beeld, omdat hij in het buitenland ging werken. Van mijn broer Martin hoorde ik dat hij nu geniet van zijn oude dag. Geweldig dit te vernemen, zelf ben ik inmiddels al 15 jaar met pensioen en geniet nog steeds van de vrijheid en een redelijke gezondheid.

Weer terug naar Oosterringdijk, waar ik mij niet veel meer van kan herinneren. Ik weet wel dat ik daar nogal druk was met de voorbereiding van mijn installatie en het behalen van insignes (een arm vol). Hoogtepunten voor mij waren de kampvuren en de open dagen. Demonstratie's, gezellige stalletjes en een grote schommel (daar stond ik voor in de rij). Later moesten wij helaas het veld ruimen en kwamen we terecht in het nieuwe parochiehuis aan de Bunsenstraat (toen nog een zijstraat van de Kruislaan). Daar hadden we mooie ruime vierkante zaal, die we mee mochten inrichten. Ik had mij nogal ingezet om alles wat we hadden geleerd op het gebied van bruggenbouw, vuurtafels, ovens, vlotten, tenten e.d. zichtbaar te maken in mini vorm. Met enige mede verkenners bouwden we een langwerpige kast waarin met takjes, lucifers en touw alles op schaal werd nagebouwd met echte knopen en sjorringen. Vooral het vlot, dat echt op het water dreef, daar was ik wel trots op. Het basin werd vervaardigd met een in vorm gevouwen koekblik. U weet wel, zo'n groot legergroen blik van vlak na de 2e WO. Het was de bedoeling om het fort Naarden na te bouwen, compleet met gracht. Tijdens de fantastische kampeerweek-ends in Naarden leerden wij deze vlotten bouwen.

Dan hadden we nog onze kampeervakanties. Ik heb er twee meegemaakt. In Noord-Brabant en in Vorden, waarvan ik hierbij enige oude foto's heb ingesloten. Voor zover mogelijk zal ik een toelichting geven. In 1946 gingen wij met een grote, oude, rode autobus van Beuk naar Noord-Brabant. Waar ..... weet ik niet meer, maar de heer de Lange zal het ongetwijfeld nog wel weten.

Verder ontdekte ik, dat ik het "Gebedenboek voor verkenners" nog in mijn boekenkast heb staan. Daarin staat dat ik op 21 september 1946 ben geïnstalleerd en dat ik was ingedeeld in troep 1 en behoorde bij de patrouille "de spechten". Dat gebedenboek moest ik kopen om het misdienen te leren, als onderdeel van de opleiding tot verkenner. Om te beginnen was ik als koorzanger al gewend om in toog en superpli te lopen. Binnen een week werd ik een echte misdienaar onder de vakkundige leiding van kapelaan Krom (mijn biechtvader). Het meest interessant vond ik de voetgebeden. Er werden kruistekens gemaakt, er werd gebeden en naar elkaar toen en naar het altaar gebogen. Met het "mea culpa" werd er uitgebreid op de borst geklopt. Ik vond het een hele eer en was steeds erg onder de indruk. Uiteindelijk ben ik toch maar koorzanger gebleven. Het muziek maken en luisteren heeft mijn verdere leven bepaald. Bij Polygram was ik meer dan 30 jaar muziekbeoordelaar klassieke muziek voor de afdeling Philips. Na mijn pensionering in 1992 werd Polygram (DGG - Philips en Decca) overgenomen door Universal.

Tot mijn zeer grote spijt kan ik niet deelnemen aan de reünie op 6 september. Ik neem namelijk zelf deel aan de twee-jaarlijkse reünie van de nog 12 overgebleven Heuwekemeijers van indertijd "de Bredeweg". Ik wens U heel veel succes en groet U en uw reünisten hartelijk.